Nadere uitleg niet in behandeling nemen Gravamen Klaassen
WEMELDINGE – De berichtgeving over de behandeling door de Classicale Vergadering (CV) Delta van het door ds M. Klaassen (toenmalig predikant van de Hervormde gemeente te Arnemuiden) ingediende bewaar heeft in de afgelopen maanden meermaals geleid tot vragen en opmerkingen. Namens het breed moderamen wil ik in deze Nieuwsbrief graag enkele woorden ter uitleg te geven.
Op 21 maart jl besloot de CV Delta het ingediende bezwaar inzake Ord. 5-4 van de kerkorde – met betrekking tot het zegenen van andere levensverbintenissen dan het huwelijk tussen man en vrouw – niet als gravamen in behandeling te nemen. Daarover kwamen veel vragen en opmerkingen, soms per brief aan het breed moderamen van de classis, op andere momenten ook in de media.
Misverstanden
Een terugkerend punt van kritiek aan het adres van de classis luidt dat op een te formele wijze een inhoudelijk bezwaar is afgewezen en dat het kerkelijke gesprek uit de weg wordt gegaan. Met name het begrip ‘niet ontvankelijk’ heeft blijkbaar misverstanden opgeroepen.
In deze uitleg verwijs ik tevens naar de notitie die op 21 maart tijdens de classicale vergadering het uitgangspunt was voor bespreking en besluitvorming. (Zie onder aan dit artikel). Als verdere documentatie hadden de leden van de CV voor de vergadering van 21 maart overigens ook de beschikking over de achterliggende documentatie, zoals de brief van ds Klaassen, het rapport van de Gravamen-commissie De Ronde uit 2007, het toenmalige advies van de generale raad van advies etc. Er is dus niet in een handomdraai ‘iets niet ontvankelijk verklaard’ zoals wel is gesuggereerd.
Gravamen De Ronde
Kern van de argumentatie om het bezwaar niet als gravamen in behandeling te nemen is dat de inhoud ervan reeds uitvoerig aan de orde is geweest bij de behandeling van het gravamen De Ronde in 2006 – 2007. Dat leidde toen tot een einduitspraak van de generale synode (april 2007). Ds Klaassen stelt dat zich daarna weer verdergaande ontwikkelingen hebben voorgedaan die een nieuwe behandeling rechtvaardigen. Naar mening van de CV is dit laatste niet het geval. Er zijn weliswaar nieuwe ontwikkelingen, maar die staan nog verder weg van de eigenlijke vraagstelling, namelijk of Ord. 5-4 deel uitmaakt van het belijden van de kerk, het springende punt waar de generale synode de ontkennende einduitspraak over heeft gedaan.
Het verwijt dat het besluit van de CV Delta te formeel zou zijn is wellicht begrijpelijk, als er geen kennis is van de achtergrond en argumentatie van het besluit. Daarbij dient echter ook gesteld te worden dat juist het indienen van een bezwaar als gravamen een ultiem formele route is om een bepaald punt in de kerk aan de orde te stellen. Te gemakkelijk wordt door sommigen verondersteld dat er dan een kerkelijk gesprek gestart zou worden. Juist bijvoorbeeld de behandeling van gravamen De Ronde heeft geleerd dat dit niet zo is. Er gaan wel enkele commissies aan de slag, er volgt een behandeling in één van de classicale vergaderingen en, als deze het bezwaar doorzendt, ook in de generale synode, maar tot werkelijk gesprek leidt het nauwelijks. Een gravamen indienen is een formele stap en vraagt, kerkordelijk, om formele behandeling.
Ondersteunend materiaal
De CV Delta heeft bij het besluit om het bezwaar van ds Klaassen niet als gravamen in behandeling te nemen tevens besloten zijn brief door te zenden aan het moderamen van de generale synode. De CV onderstreept daarbij het inzicht dat het besluit van de generale synode uit 2007 om als kerk ondersteunend materiaal aan te bieden ten bate van het kerkelijk gesprek over dit onderwerp, nog niet uitputtend is uitgevoerd.
Eén in verscheidenheid
Tenslotte nog een opmerking over het perspectief waaruit breed moderamen en classicale vergadering deze dingen besproken en behandeld hebben. De Protestantse Kerk in Nederland is een kerk waarin wij ons één weten in verscheidenheid. Wij zijn één in Christus, maar kunnen van elkaar verschillen in opvattingen, zoals over huwelijk en relaties. Die ruimte is wezenlijk voor onze kerk. De orde van de kerk biedt ook ruimte aan gemeenten om ten aanzien van bepaalde thema’s eigen keuzes te maken. Die keuzes kunnen, binnen de eenheid de kerk, ook sterk van elkaar verschillen. Classis en classispredikant zetten zich in om die ruimte te behoeden en waar nodig grenzen aan te geven. Daarbij hopen en bidden we dat, ondanks de soms weerbarstige en voor velen emotioneel geladen thematiek, er altijd weer op zinvolle wijze wegen geopend zullen worden, verbonden in de Liefde van Christus om zo met elkaar het gesprek te voeren in kerk en gemeenten.
Ds Arie van der Maas,
classispredikant Delta