Klein is niet erg, maar dicht bij de mensen zijn is wel belangrijk

door Margreeth Ernens

Ds Jan Hendrik van Wijk.

OUD-VOSSEMEER – Een gemeente mag klein zijn, als ze maar dicht bij de mensen staat. De kerk zoals die in Handelingen is beschreven, het vroege begin dus, had mensen die door de Geest waren geraakt om de Boodschap door te geven en samen de Maaltijd en de vreugde deelden. Jan Hendrik van Wijk (36), predikant van de Hervormde gemeente Oud-Vossemeer, komt als lid van de Classicale Commissie Opheffen Gemeenten (CCOG) met soms moeilijke zaken in aanraking, want het opheffen of in een andere vorm doorgaan van een gemeente is ook een emotionele kwestie. De jonge predikant vertelt er bevlogen over.

Twee jaar geleden werd hij voorgedragen als lid van de Classicale Vergadering (CV) en lid van het Breed Moderamen (BM) van de classis Delta. ,,Dat verbaasde me wel, ik was nog maar net in Zeeland, in juni 2022 ben ik als predikant in Oud-Vossemeer begonnen. Het was voor het eerst dat ik werd gevraagd om bovenlokaal werk te doen. Het BM-werk houdt vooral vergaderen en voorbereiden in. Maar zowel het BM als het CCOG geeft me de kans iets te betekenen op andere plekken. Bovendien, de classis heeft in het verleden een positieve rol gespeeld in een moeilijke periode voor de Hervormde gemeente Oud-Vossemeer. Op deze manier kunnen we vanuit onze gemeente ook iets terug doen.’’

Tinte en opheffing

Vanuit het BM is ds Van Wijk met het CCOG nauw betrokken bij het proces waarin kleine kwetsbare gemeenten terecht komen als doorgaan als gemeente in de huidige vorm niet meer mogelijk is. ,,De problemen van de kleine gemeenten worden in eerste instantie door het Breed Moderamen of classisteam opgepikt. Vaak wordt eerst gekeken naar fusie of samenwerking met andere gemeenten als er geen geld meer is voor een predikant of als er te weinig ambtsdragers zijn. Volgens de kerkelijke ordinantie moet een gemeente een kerkenraad gaande houden. In de coronaperiode vroeg de gemeente Tinte zelf om opheffing, maar door alle beperkingen in die tijd bleef dat even liggen. Daarna is het signaal door de classis opgepakt en zijn we gaan kijken wat de mogelijkheden zijn. Maar er bleken meer gemeenten in problemen te zijn en de vraag was hoe we dat moesten aanpakken, hoe moesten we alles regelen. Daarom is vorig jaar de commissie ingesteld, zodat we kennis verzamelen om de gemeenten goed te kunnen begeleiden als ze eenmaal in dat proces zitten.’’

Ouwerkerk als huisgemeente

Niet alleen Tinte trok aan de bel toen het niet meer ging, ook Ouwerkerk meldde zich. Ouwerkerk, een vergrijzende gemeente, had al lange tijd toegevoegde ambtsdragers. ,,Tinte en Ouwerkerk volgen elk een ander traject. Ouwerkerk wil verder als huisgemeente. Tinte wilde eerst nog samengaan, maar toen dat niet lukte bleef opheffing als enige mogelijkheid over. Dan zie je ook de emotionele kant van zo’n opheffing: er komt een slot aan een rijke geschiedenis van trouwen, dopen, begraven, de wekelijkse zondagse diensten. Het was ook heel ingrijpend toen de paaskaars naar buiten werd gedragen. Tinte heeft een paar maanden terug de laatste dienst gehouden. Gelukkig kunnen mensen wel terecht bij gemeenten in de buurt. Het CCOG heeft Tinte begeleid van de aanvraag tot en met het besluit van de CV, inclusief de verkoop van het kerkgebouw. In de CV-vergadering van eind november heeft de classis het officiële besluit genomen tot opheffing van Tinte, daarna wikkelt de commissie van vereffenaars onder verantwoordelijkheid van het BM alle praktische en financiële zaken af. Als hun werk is afgerond, is de opheffing een feit‘’, vertelt de predikant.

Personalia

Jan Hendrik van Wijk (9 juni 1988) volgde eerst een basisjaar aan de Evangelische Hogeschool eer hij Godgeleerdheid ging studeren aan de Universiteit van Utrecht.

Aan de PThU van Utrecht/Amsterdam deed hij de masteropleiding Gemeentepredikant en deed daarnaast de Master Missionaire Gemeente aan de TU Kampen. Van september 2012 tot april 2013 was hij catecheet in de Hervormde wijkgemeente Pniëel-Zeist, daarna werd hij kerkelijk (mede)werker bij de Grote Kerkgemeente Zwolle. ,,Daar heb ik een waardevolle tijd gehad. Zo’n periode als kerkelijk (mede)werker helpt je als predikant in de luwte te groeien. Met een ervaren predikant naast je is het fijn om te leren en werken.’’

Zijn eerste gemeente werd in maart 2017 de Hervormde gemeente Windesheim en halverwege 2022 ging hij als predikant aan de slag bij hervormd Oud-Vossemeer.

De nieuwe commissie heeft met het begeleiden van Tinte veel ervaring opgedaan. Ouwerkerk zit zoals gezegd, in een heel ander proces. In het verleden is daar ook gekeken of er kon worden samengewerkt of dat er een fusie mogelijk was. Het kerkgebouw was duur in onderhoud en er waren niet genoeg ambtsdragers. ,,Maar het is wel de enige kerk in het dorp, een kerk die wordt gedragen door een groep. Die groep kijkt ook om naar het dorp, er wordt soms samen gegeten, de diaconie stuurt mensen een bloemetje als ze zijn geslaagd en noem maar op. Maar praktisch lukt het gewoon niet meer. Men wil nog wel samenkomen en dingen doen in het dorp. Als huisgemeente kan Ouwerkerk een soort doorstart maken als gemeente, zonder kerkenraad, maar met een commissie die alles leidt. Dat hoeft dus niet per se met een predikant. Zo kunnen ze op een laagdrempelige manier doorgaan. De financiën worden bij de classis ondergebracht, waarmee de classis verantwoordelijk wordt voor de gemeente. De gelden gaan in een fonds voor het kerkelijk werk in Ouwerkerk. Daar wordt bijvoorbeeld de kerkelijk werker en bloemengroet van betaald.‘’

Nieuw elan

Ds Van Wijk is benieuwd of door die nieuwe opzet er weer mensen uit het dorp worden gevonden die iets willen bijdragen. Hij verwacht van de huisgemeente een nieuw elan. ,,Die andere manier van kerk-zijn roept misschien iets op. Een andere vorm van kerk-zijn betekent natuurlijk niet dat het meteen beter gaat, maar ik zou dat het dorp wel heel erg gunnen. Het is een plek van gebed en mensen die naar elkaar omzien.’’

Momenteel wordt een pool samengesteld van ambtsdragers uit andere gemeenten om de sacramenten in de huisgemeente Ouwerkerk mogelijk te maken. ,,Mooi dat we ook daar de verbondenheid van de classis zien.’’

Witte vlekken

De realiteit van het opheffen van gemeenten is dat de Protestantse kerk ‘witte vlekken’ krijgt, plaatsen waar de kerk niet meer is vertegenwoordigd. ,,Tinte wordt zo’n witte vlek, al wonen er wel christenen die elders hun kerkelijk onderdak hebben. Tegelijk blijft lokaal kerk zijn van belang. Als er niets meer is laten mensen het sneller los. Elders kerken zal niet door iedereen worden omarmd, soms komt dat door praktische zaken als vervoer. Lokale kerkelijke presentie laat toch iets van God zien, hoe klein en kwetsbaar ook. Dat is van belang. Klein is niet altijd erg, maar dicht bij de mensen zijn is wel belangrijk.’’

Een gemeente kan zichzelf niet opheffen, dat is aan de classis. Met hulp en kennis vanuit de classis worden zaken goed afgerond. ,,Dat is ook samen kerk-zijn, in de regio. In deze zaken vervult de classis een prima rol’’, meent de predikant.

Contacten

Als CV-lid maakt hij ook de vergaderingen mee. ,,Daar komen nogal wat ‘lichte’ zaken aan de orde, het is wel eens zoeken naar een goede invulling. Voor mij zijn vooral de ontmoetingen belangrijk.’’ De vergaderingen die elders in de Ringen worden gehouden (twee maal per jaar) vindt hij vooral van belang vanwege het aanhalen van contacten. ,,Zo komen ook kerkenraadsleden in aanraking met de classis, ze leren de mensen kennen, het komt dichterbij. In de classis ontmoet ik veel mensen met hart voor de kerk, uit de breedte van de kerk. Dat is heel mooi om te zien. Ik ervaar in het classicale werk dat je iets concreets kunt betekenen en waarmee je andere gemeenten kunt helpen.’’