Brief van de buren: De lofprijzing gaat – toch – door
Ds Gerrit van Meijeren, classispredikant Zuid-Holland Zuid, onze ‘buurclassis’ dus, schreef een bemoedigende brief naar aanleiding van het dringende advies om de komende weken met maximaal 30 gemeenteleden samen te komen en samenzang achterwege te laten. Van Meijeren, vroeger predikant van de Hervormde gemeente Dirksland, schrijft dat het advies hem heeft geraakt, maar ook: ‘De lofprijzing gaat – toch – door’.
Midden voor de troon en eromheen waren vier wezens….
Openbaring 4:6
In Openbaring 4 mag Johannes een blik werpen in de hemelse troonzaal. Hij krijgt hoge en heilige dingen te zien: er is Iemand die op de troon zetelt, getekend met de kleurrijke gestalte van edelstenen. Er zijn bliksemschichten te zien en donderslagen te horen – en toch
is dat alles niet afschrikwekkend, want er is een regenboog zichtbaar om de troon met maar één kleur, het smaragdgroen van Gods trouw.
Naast 24 oudsten om de troon heen ziet Johannes ook 4 dieren, letterlijk: 4 levende wezens. Het eerste wezen vertoont de trekken van een leeuw, het tweede van een jonge stier, het derde heeft een gezicht als van een mens en het laatste lijkt op een adelaar. Ze hebben, ze zijn één en al oog. En heel bijzonder: dag en nacht zingen zij een loflied. Het is de lofprijzing
op Hem die op de troon zit en die leeft tot in eeuwigheid: ‘Heilig, heilig, heilig is God de Heer, de Almachtige, die is en die was en die komt!’
Waarom raakt me dit?
Dit gedeelte helpt mij verder nu in deze dagen het dringende advies klinkt om de komende weken met maximaal 30 gemeenteleden samen te komen en de samenzang achterwege te laten. Dit advies heeft me geraakt en ik heb mezelf de vraag gesteld hoe dat komt? Heeft het te maken met de aanleiding – een tv-reportage over medegelovigen – en de snelheid en
impact van het advies? Is het de teleurstelling dat er in een keer een streep gaat door een uiterst consciëntieuze praktijk van (weer) veilig naar de kerk gaan, waar zoveel voor komt kijken?
Belang van eredienst
Er zit nog een andere kant aan. De laatste maanden ben ik nog scherper bepaald bij het belang van de eredienst. En dan bedoel ik niet alleen het beoefenen van de onderlinge gemeenschap, de grote betekenis van koffiedrinken na de dienst, het omzien naar elkaar. In de liturgie op zondag is er sprake van worship, van het volbrengen van de lofprijzing.
We worden bepaald bij de werkelijkheid van God, van Pasen; we worden vanuit de Schriften op andere gedachten gebracht over deze wereld en over onszelf; er wordt gebeden – ook plaatsvervangend voor de wereld; de Maaltijd wordt gevierd als voorproef van Gods Rijk. We worden vanuit de eredienst aangemoedigd te leven als mensen die bij God horen…. Daaraan in vrijheid deel te kunnen hebben is zo kostbaar.
Ondubbelzinnig signaal
Naar het zich laat aanzien – ontwikkelingen wisselen zich snel af – is de ruimte om samen te komen de komende tijd opnieuw kleiner. Dat doet pijn. Het is echter ook een ondubbelzinnig signaal dat wij als kerk delen in de grote zorgen om de oplopende Coronabesmettingen en daarin onze verantwoordelijkheid niet uit de weg gaan. Toen we met Covid-19 geconfronteerd werden in maart dacht ik aan de woorden van
Bonhoeffer: nu komt het aan op bidden, wachten op Gods tijd en het goede doen onder de mensen. Ik laat die woorden opnieuw tot me doordringen.
Gods aandacht
En dan Openbaring 4. Het visioen van de vier wezens maakt duidelijk dat de hele bezielde schepping uit de vier hoeken van de aarde in Gods aandacht staat. God draagt al wat leeft op zijn hart, alles is bij Hem ‘veilig en teder bewaard’, ook nu in deze enerverende tijd. Stel je dat eens voor. Ontroerend is daarbij dat de vier levende wezens een loflied aanheffen; het eerste loflied dat in het boek Openbaring in de hemel klinkt.
Lofzang
Er zijn tijden dat je door wat je meemaakt in je leven het loflied niet kunt zingen. Wij weten inmiddels dat er ook tijden zijn waarin het niet veilig kan zijn om te zingen. In de hemel gaat de lofzang op Hem die op de troon zit evenwel onverminderd door – plaatsvervangend en inspirerend. ‘De hemel bruist van dynamiek om het leven op aarde op gang te houden.’ (Jos de Heer)
De hemel
Onze premier gaf als vuistregel voor het dragen van mondmaskers: ‘overal waar je de hemel niet kunt zien’. Die oriëntatie op de hemel voor ons dagelijks leven spreekt mij zeer aan. Laten wij voor elkaar, voor onze overheid en onze samenleving bidden om wijsheid, moed, kracht en volharding.
In verbondenheid,
ds. Gerrit van Meijeren, Classispredikant Zuid-Holland Zuid