CV buigt zich over kern van het gemeente-zijn
IMPRESSIE VAN DE CLASSICALE VERGADERING IN SOMMELSDIJK, DD 25 SEPTEMBER 2024
door Margreeth Ernens
SOMMELSDIJK – Wat is nu eigenlijk de kern van het gemeente-zijn? Wat maakt een gemeente tot een gemeente? De Classicale Vergadering (CV) van de classis Delta boog zich woensdagavond 25 september over dit onderwerp tijdens de vergadering in Sommelsdijk. De Ring Haringvliet was ditmaal gastheer van de CV in de Exoduskerk in Sommelsdijk. Onder het motto ‘De classis komt naar u toe’ waren ook de kerkenraden van de Ring Haringvliet uitgenodigd voor de broodmaaltijd en om nader kennis te maken met de CV-leden en mee te praten over verschillende onderwerpen. De komende en gaande kerkenraadsvoorzitters van de Exoduskerk, Peter Visser en Gerrit Bruggeman vertelden iets over hun kerk, het kerkgebouw en hoe de gemeente op het eiland werkt.
Gastspreker ds Nynke Dijkstra-Algra ging in een tweegesprek met Delta-classispredikant ds Arie van der Maas in op het onderwerp, de kern van het gemeente-zijn. Ds Dijkstra was tot voor kort theologisch beleidssecretaris van de synode van de Protestantse kerk en heeft jarenlange ervaring in het missionaire werk.
Tijdens dit tweegesprek werd duidelijk dat er de afgelopen jaren veel is veranderd, maar dat er niet altijd werd gesproken over de inhoud van het gemeente-zijn. Gaat het om het afvinklijstje met de vijf wezenskernmerken uit het rapport ‘Lichter ingevuld’ die gebaseerd zijn op de kerkorde, of is het iets anders wat een gemeente tot een gemeente maakt. Ds Nynke Dijkstra vatte het samen in drie relaties vanuit Marcus 3: het persoonlijk geroepen en geraakt worden, de opdracht om een gemeenschap te zijn en vervolgens uitgezonden worden de wereld in. ,,Het is de relatie met God die ons roept. Je hebt een opdracht, een roeping in de wereld. Je moet het evangelie handen en voeten geven om het uit te dragen.’’ Ds Van der Maas: ,,De eredienst krijgt op heel verschillende manieren vorm. Maar er moet een groep mensen zijn rondom Jezus. Als mensen zijn geraakt kunnen die samen verder. Het is soms moeilijk om dat onder woorden te brengen. Daartoe kan het geloofsgesprek leiden.’’ Ook als predikant, zo is hij zich gaan realiseren, heeft hij het in de ruim dertig jaar dat hij nu in de kerk werkt met mensen vaker over de kerk en over de gemeente gehad dan over God. ,,Ik ben tot het inzicht gekomen dat het echt weer veel meer over de inhoud, over God zelf moet gaan, wat God geeft en wat God vraagt en dat we alles van organisatie naar achteren moeten schuiven in de aandacht. Zoek eerst het Koninkrijk van God…”
Er is ook het taalprobleem, in en buiten de kerk. Mensen begrijpen elkaar niet echt en buitenstaanders hebben vaak extra uitleg nodig. Soms ook hebben kerkmensen moeite om de taal van mensen buiten de kerk te verstaan. Tijdens de interactie met de aanwezigen kwam naar voren dat het niet om vaste of nieuwe vormen gaat (dat werkt alleen als mensen er warm door worden), maar dat taal begint met de Geest, zoals Handelingen aangeeft. Ds Van der Maas gaf aan erdoor verrast te zijn dat de vijf kernbegrippen op een wat andere wijze in de kerkorde staan (Artikel IV van de Romeinse artikelen), dan je misschien zou denken. ,,Er staat dat de gemeente is geroepen tot de dienst van het Woord, pas daarna komen de vijf – of beter zes – wezenskenmerken waarin die dienst gestalte krijgt. De roeping van de gemeente gaat dus voorop. Daar zouden we het weer veel meer over moeten hebben. Ook over gezamenlijke roeping als we nadenken over samenwerking tussen gemeenten.’’ Volgens ds Dijkstra moeten we meer en / en zeggen en niet of / of: jij hebt gelijk, maar ik heb ook gelijk.
Jeugd
De taal en hoe je het evangelie vertelt in eigentijdse bewoordingen kwamen vaak terug in de verschillende reacties. Ook het bereiken van de jeugd kwam daarbij sterk naar voren. Ze worden niet altijd begrepen in hun wensen, gemeenten weten vaak niet wat ze daarmee aan moeten. Volgens ds Dijkstra is het vooral belangrijk dat het gesprek met de jongeren zelf wordt aangegaan: waar gaat het om. ,,Er groeit een hele generatie op die geen idee heeft waar het over gaat in Bijbel en kerk. Dat is een urgent probleem. Als verhalen niet worden doorgegeven bloedt het dood, de generaties ‘die ermee stoppen’ geven niets meer door. Het is belangrijk dat er gidsen zijn, mensen die geraakt zijn door het evangelie en tegelijk ook werkelijke betrokkenheid hebben bij jongeren en met hen willen optrekken. Laat jezelf zien, zodat ze iemand hebben.’’
Dit geldt ook voor het missionaire werk: de kerkdienst staat nogal eens ver af van mensen die als ‘vreemdeling’ een keer te gast zijn, dus het gesprek aangaan is heel belangrijk. Uitnodigen voor een kerkdienst is prima, maar daar gaat het niet om. Ds Van der Maas haalde in dit verband nog even het voorbeeld aan van de op één na kleinste gemeente in de Delta, waar nog maar enkele ambtsdragers zijn. De gemeente wordt momenteel versterkt door mensen die afkomstig zijn of soms ook nog lid zijn van bijvoorbeeld een Gereformeerde Bondsgemeente of Evangelische gemeente uit de buurt. ,,Daar gebeurt het dus wel. Verder hebben we soms te veel de focus op de kerkdiensten. Ook als je zoekt naar samenwerking: denk na over de roeping van de gemeente, de gezamenlijke roeping, niet zozeer over samen kerkdiensten houden.’’
Tuchtmaatregel
Een tweede belangrijk onderwerp van de CV was woensdagavond het synodevoorstel tot wijziging van Ordinantie 10-9-7 over terugkeer van predikanten na een tuchtmaatregel. De CV was positief over de aanvulling dat terugkeer niet meer mogelijk is. Preses ds Marjo Wisse legde uit dat het hierbij alleen gaat om de zwaarste tuchtmaatregel: ontzetting uit het ambt, niet over andere misbruikzaken. Bij ontzetting uit het ambt is nu nog terugkeer mogelijk, maar in de praktijk eigenlijk niet. Daarom is het beter dat dat in de kerkorde wordt opgenomen, zodat daar duidelijkheid over is. Het merendeel van de kerkenraden in de classis Delta heeft hierop positief gereageerd, maar ook veel reacties gingen over genade en vergeving. Maar: ,,Soms zijn er dingen gebeurd dat het genadiger is om te zeggen: tot hiertoe en niet verder’. Het ambt is dus niet langer toegankelijk.
Vanuit de zaal kwam de vraag of en waar deze tuchtmaatregel wordt geregistreerd en vastgelegd, want als dat niet duidelijk is, kan er (ook door onwetendheid) recidive optreden. Op deze vraag kon geen antwoord worden gegeven maar de vraagstelling met de verschillende kanttekeningen die erbij gemaakt werden zullen worden meegegeven als overweging aan de synode. Zo zou centrale registratie ook weer nieuwe regelgeving en protocollen kunnen opleveren waar de kerk niet mee gebaat lijkt. Ook werden suggesties gedaan als opname bij de VOG (maar die wordt verstrekt door de burgerlijke gemeente), opname in het LRP, het centrale leden administratiesysteem van de Protestantse kerk, of het bij vertrouwenspersonen van de gemeente leggen. Alle opmerkingen worden samen met het positieve advies van de CV naar de synode gestuurd.
Ontmoeting
Rond half tien werd de vergadering gesloten met het zingen van lied 259 uit het NLB: ‘Zend ons een engel in de nacht’. CV-lid Willem Meyboom speelde en zong het (voor velen onbekende) lied voor, waarna de aanwezigen vlot de melodie te pakken hadden. Het lied werd gevolgd door de Zegenbede. Daarna konden de aanwezigen met een hapje en een drankje elkaar nog ontmoeten en (nieuwe) contacten leggen.