Ds Leuny de Kam: Dankbaar voor de ruimte van de Dopersen
door Margreeth Ernens
OOSTKAPELLE – Toegewijd predikant van Doopsgezind Walcheren en Goes, reislustig, kunstminnend, spiritueel, zinzoeker, predikantsvrouw, moeder… ds Leuny de Kam uit Oostkapelle staat erom bekend om als liefhebber van kunst en cultuur in haar diensten vaak een verbinding tot stand te brengen tussen geloof en beeldende kunst. ,,Mijn kracht zit in creativiteit en vormgeving. Ik ben dan ook heel dankbaar voor de ruimte die de Dopersen me daarin gaven.’’
Komende zondag 28 mei neemt de predikant wegens emeritaat afscheid van de Doopsgezinde Gemeente Goes en op 4 juni (9.30 uur) van de Doopsgezinde Gemeente Walcheren.
Geboren op 4 augustus 1956 in Oostkapelle als dochter van de timmerman en nummer zes in een gezin van tien kinderen, groeide ze tamelijk beschut op. Het gezin behoorde bij de Gereformeerde Gemeente, en studeren lag niet direct voor de hand voor een meisje. Ze ging de zorg in en volgde een opleiding tot Z-verpleegkundige, waarna ze acht jaar werkte in de begeleiding van kinderen met een beperking.
Taizé
Inmiddels sloeg ze haar vleugels uit en ging reizen, zoals veel van haar leeftijdgenoten. ,,Er is zoveel in de wereld te zien! Per toeval kwam ik een keer in Taizé (Frankrijk) terecht. Een van de broeders vond dat ik het thuis allemaal was ontgroeid en vroeg me een jaartje te blijven. Die tijd is van blijvende invloed op mijn leven geweest. Aan die zoektocht heb ik veel te danken, het gaf me een basis voor de rest van mijn leven. Het was niet gemakkelijk, want geen huis en werk meer, maar alles ligt dan wel open. Ik heb dat jaar nodig gehad om mijn eigen spoor te vinden.’’
Leuny woonde daarna een jaar in Engeland en een aantal maanden in Israël. Vooral in Israël werd zij zich ervan bewust hoe politieke beslissingen het leven van mensen verregaand bepalen, maar ook hoe mensen voor elkaar een bron van hoop kunnen zijn. Ze besloot theologie in Brussel te gaan studeren. In de weekends werkte ze in de zorg in Roosendaal, door de week volgde ze college in Brussel, terwijl ze woonde in Antwerpen. Tijdens de opleiding ontmoette ze Philippe (Flip) Beukenhorst, met wie ze trouwde en een gezin stichtte. Flip werd predikant in Oostburg-Zuidzande en Leuny ging als pastoraal werker aan de slag bij de Doopsgezinde Gemeente Aardenburg. In 2005 werd ze predikant van deze gemeente. In 2009 vertrok ze naar de Doopsgezinde Gemeenten Walcheren en Goes. Haar man nam in 2013 het beroep aan van de Protestantse Gemeente Oostkapelle, vandaar dat hun domicilie sindsdien Oostkapelle is. ,,Ik vond het een voordeel om hetzelfde beroep te hebben, maar we wilden niet in dezelfde gemeente werken, elkaars collega zijn is nog anders dan elkaars partner zijn. We hebben overigens nooit preken van elkaar gebruikt.’’
Studievakanties
De vakanties van het predikantsechtpaar zijn een soort studieperiodes. ,,We bekijken in een bepaalde stad alles van een kunstenaar en lezen daar ook veel over. Je kruipt als het ware in de huid van die persoon. Kunst en religie hebben dezelfde taal, een zelfde betekenisvlak. Dat maakt mijn vak op een bepaalde manier ook wel makkelijker, ik hoef het niet zelf te bedenken.’’
,,Taizé leerde me eigenlijk dat wat de Gereformeerde Gemeente doet hetzelfde is als Taizé, maar taal en vorm zijn anders. Die zijn belangrijk, maar relatief. Ik heb mijn opvoeding dan ook nooit als ballast ervaren’’, zegt Leuny. ,,Ik heb dat later als predikant geprobeerd te vertalen om door afwijkende vormen te zoeken of het ook op een andere manier kan. Door de jaren heen ben ik vrijer geworden om de vormgeving aan te passen. De Doopsgezinde wereld gaf me die vrijheid en ruimte en dat is fantastisch. Daardoor kon ik ook vieringen houden in het Zeeuws Museum, als brug tussen geloof en kunst, Het gaat om de inhoud, daar zoek je een vorm bij die op dat moment bij die mensen past. Daar heb ik veel van genoten.’’
Met veel creatief elan organiseerde ze ook speciale diensten en themabijeenkomsten op het gebied van levensbeschouwing, spiritualiteit en kunst. Binnen de Middelburgse raad van kerken was ze vele jaren actief betrokken bij de opzet en organisatie van de vredesdiensten.
Coronatijd als uitdaging
Verrassend genoeg vond ze de coronaperiode geen dieptepunt. ,,Nee, eerder een uitdaging. We hebben nieuwe manieren gevonden. We wilden geen camera in de kerk – daar was ook geen geld voor – dus ik koos ervoor om zelf filmpjes te maken. Zo preekte ik eens aan het Veerse Meer, want ik vond de preekstoel in een lege kerk geen optie. Ik had gekozen voor het verhaal over de storm op zee. De hele week was het prachtig weer, maar toen we de opnamen maakten stormde het. Zo leer je wel alle grenzen op te zoeken. Het was ook een bijzonder leerproces om die filmpjes te maken.’’
Wat gaat ze straks als emeritus doen met die zee aan vrije tijd? ,,Geen idee! Ik zal niet stoppen met kunst en boeken lezen en ik wil nog wat achterstallig pastoraat in mijn beide gemeenten doen. En we bereiden ons zachtjes voor op de verhuizing volgend jaar, als Flip ook met emeritaat gaat. We gaan het zien.’’