God, Nederland en Oranje

In Nederland is er een scheiding tussen kerk en staat. Toch klinkt in veel protestantse kerken het Wilhelmus rond de verjaardag van de regerende vorst. Hoe kan dat?

Toen in de zestiende eeuw het calvinisme opkwam in Nederland, bleek stadhouder Willem van Oranje (1533 – 1584) al snel een beschermer van het protestantisme. In zijn jeugd had Willem, die later als stadhouder de bijnaam Willem de Zwijger kreeg, een protestantse opvoeding gekregen. Opvallend, want het protestantisme was toen nog gloednieuw.

Het koninklijk gezin.

Als stadhouder kon hij echter geen volledige vrijheid garanderen voor het protestantisme in Nederland. Als stadhouder was hij waarnemend heerser der Nederlandse gewesten. Dat betekent dat hij regeerde als plaatsvervanger van een landsheer, een koning die meerdere gebieden in handen had. En Willem regeerde onder een rooms-katholieke landsheer: eerst de rooms-Duitse keizer Karel V, daarna Filips II, heerser van het Spaanse Rijk.

Beeldenstorm

Filips II zag het opkomende protestantisme als bedreiging voor de katholieke kerk. Hierdoor liepen in zijn ogen namelijk ook de belangen van het Spaanse Rijk gevaar. Hij wilde eenheid in zijn rijk en deed verwoede pogingen om het opkomende protestantisme de kop in te drukken.

Het lukte Willem van Oranje, die voorstander was van godsdienstvrijheid en aanvankelijk trouw wilde blijven aan het Spaanse gezag, niet om tot overeenstemming te komen. En ondertussen bleek het protest van de calvinisten onstuitbaar: in 1566 raasde de Beeldenstorm door grote delen van de Nederlanden. Onder leiding van hun predikanten vernielden protestanten de rijkdommen van de katholieke kerk in kerken en kloosters. Toen de bloeddorstige hertog van Alva naar de Lage Landen werd gestuurd om daar de orde te herstellen, belandden veel protestanten aan de galg of op de brandstapel.

Protestants

In Nederland leidde dit in 1568 tot een bloedige burgeropstand tegen de Spaanse overheersing. Onder leiding van Willem van Oranje verzetten de opstandelingen zich tegen het vervolgen van protestanten en tegen de groeiende bureaucratie en de centralisatie die hun Spaanse heerser voor ogen had.

De oorlog duurde veel langer dan verwacht: pas in 1648 kwam er (afgezien van een wapenstilstand van twaalf jaar tussendoor) een einde aan deze Tachtigjarige Oorlog. In de noordelijke gewesten van de Lage Landen werd het leger van de landsheer verslagen en kreeg het protestantisme de overhand. Het werd verheven tot officiële staatsgodsdienst van de nieuwe republiek. Veel van de nakomelingen van Willem van Oranje bleven het protestantisme aanhangen.

Zijn verre achterkleinkind Willem I, de eerste officiële koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, voerde grote kerkhervormingen door. En zijn nog veel verdere achterkleinkind, de huidige koning Willem-Alexander, identificeert zich als protestants christen.

Wilhelmus

De verbondenheid met het protestantisme blijkt uit een traditie die veel protestantse kerken tot op de dag van vandaag in ere houden: het zingen van couplet 1 en 6 van het Wilhelmus.

Nationale viering ‘500 jaar reformatie’ in de Domkerk in Utrecht. foto Sandra Haverman

De oorsprong van het Wilhelmus is overigens niet helemaal zeker. Het is namelijk de vraag wie het lied heeft geschreven. Duidelijk is in elk geval dat het de tweestrijd weerspiegelt waarin stadhouder Willem van Oranje verkeerde: enerzijds trouw willen zijn aan de Spaanse koning, anderzijds zijn geweten volgen door God en het Nederlandse volk te dienen. In het lied klinken zijn beweegredenen door om toch in opstand te komen tegen het Spaanse Rijk.

De overtuiging dat het koningshuis ons door God gegeven is, hebben veel koningsgezinde protestanten ook vandaag de dag nog. Ook beschouwen voorstanders het Wilhelmus als een eerbetoon: hierin wordt Gods hand in de geschiedenis van Nederland bezongen.

Bron: Petrus.Protestantsekerk.nl