Ik ben welkom, maar kom meestal ongelegen
We stellen steeds iemand uit het ‘classicale werk’ aan u voor. Deze keer: Helene Perfors, koopvaardijpredikant en lid van de Classicale Vergadering van de classis Delta.
door Margreeth Ernens
OOSTVOORNE – Weinig mensen zullen het zich realiseren, maar de haven van Rotterdam valt onder de classis Delta. We hebben er zelfs een speciale havendominee voor, Helene Perfors (56) uit Oostvoorne, die zich vooral bezig houdt met de koopvaardij. De tweede koopvaardijpredikant van de Protestantse kerk, Leon Rasser, zit in Amsterdam.
De beide koopvaardijpredikanten werken samen met zeemansmissies van de Anglicaanse (Mission to Seafarers), Duitse en Scandinavische kerken met hun eigen pastores en er is goed contact met de Seamen Christian Friend Society. De andere Delta-havenpastor, ds Pascal Handschin uit Middelburg, is dan ook een directe collega van Helene Perfors, hij werkt (in deeltijd) voor de Anglicaanse Mission to Seafarers in Vlissingen-Oost.
Koopvaardijpredikanten zijn er voor zeevarenden in Nederland, maar ook elders als dat nodig is. Zo werkt Helene Perfors nauw samen met Stefan Francke, ‘de baggerdominee’, die naar baggerprojecten overal ter wereld gaat. Hij doet op die projecten wat zij in de haven doet. Afhankelijk van de interesse van zeevarenden worden bijbels, religieuze lectuur, iconen en bidprentjes beschikbaar gesteld. De pastores verlenen ondersteuning in gesprekken, diensten en rituelen. Ook de binnenvaart en de visserij geven ze, als daar om wordt gevraagd, ondersteuning. Daarnaast gaan ze enkele malen per jaar voor in een binnenscheepvaartdienst in Mannheim en in Duisburg, oecumenische diensten die natuurlijk ook kunnen worden bezocht door zeevarenden.
Veilige haven
Helene voelt zich thuis in die interessante wereld van staal en zee. ,,Het is een smeltkroes van culturen, maar zonder zweverigheid. En er is de mooie figuurlijke betekenis: een veilige plaats om binnen te lopen.’’ Behalve het verzorgen van oecumenische diensten in de Eben-Haëzerkerk in Pernis, bezoekt Helene zeeschepen, voornamelijk in het Maasvlakte/Europoortgebied. ,,Daarbij gaat het voor mij om presentie, het ‘er zijn’. Dat kan op verschillende manieren: van praten over koetjes en kalfjes in het busje van de zeemansclub via karaoke en oecumenische kerkdiensten tot indringende pastorale gespreken als er moeilijkheden zijn. Maar ook in het bevorderen van betrekkingen met de plaatselijke kerken of de internationale contacten die er tussen de verschillende zeemansmissies zijn.’’
Bezoek aan boord door het koopvaardijpastoraat (of ander zeemanswelzijnswerk) is mogelijk door aan te melden en toestemming te vragen om aan boord te gaan. Dit is soms een moeizaam en tijdrovend proces vanwege alle protocollen en regels. ,,De haventerreinen kennen hun eigen uitdagingen als het gaat om het vermijden van bergen erts, stradle carriers en containers. Soms is het bijna niet mogelijk bij een schip te komen. Maar eigenlijk moeilijker is dat er aan boord, vanwege de snelle turn round time en het vele werk dat juist in de haven moet gebeuren, bijna geen tijd is om elkaar te ontmoeten. Zeevarenden zijn hard aan het werk, of proberen wat uurtjes slaap in te halen. Ik ben welkom, maar ik kom bijna altijd ongelegen.’’
Behoefte aan bezoek
,,In het algemeen zijn zeevarenden wereldwijd bekend met het feit dat de zeemansmissie aan boord komt om uit te nodigen voor bijvoorbeeld de zeemansclub, kerkdiensten, algemene informatie te geven over de haven of om eventueel internetkaarten of telefoonkaarten aan boord te brengen. Een warm welkom te creëren voor de zeevarenden. Dat wordt zeer gewaardeerd. Maar ik weet pas of ik welkom ben en of er behoefte aan is als ik bij de loopplank sta en het vraag. Het komt regelmatig voor dat ik onverrichter zake terug moet. Geen tijd, geen mensen. Dat wil overigens niet zeggen dat er dan geen behoefte aan een bezoek is. Zelf werk ik het liefst ‘op afspraak’. Dat ik vooraf hoor dat ik op een bepaald schip op een bepaalde tijd kan komen. Dat voorkomt een hoop tijdverlies. Het is niet alleen de werkomgeving die veeleisend is, het is ook nog het huis, de woning van de mensen, vaak voor maanden. Daar kan ik niet zomaar naar binnen banjeren. ’’
De predikant maakt zich sterk voor de zeemanscentra. ,,Jaarlijks komen in Rotterdam tienduizenden zeevarenden met hun tankers en containerschepen aan en dan is er geen geld beschikbaar voor de zeemanscentra. Terwijl maritieme mensen juist in een zeemanscentrum even letterlijk afstand kunnen nemen van het werk. Waar ze met anderen kunnen praten. Ik vind dat een havenstad, van gemeente tot haven en bedrijfsleven, het belang daarvan moet erkennen.’’
Ingrijpend
Sinds de ISPS-code in 2004 werd ingevoerd – strenge beveiligings- en anti-terreurmaatregelen naar aanleiding van de aanslagen van 9/11 – kunnen zeevarenden moeilijker van boord en bezoekers kunnen moeilijker aan boord of op het terrein van een havenbedrijf komen. ,,Dat is sociaal heel ingrijpend geweest.’’
,,Zeevarenden worden eigenlijk niet gezien, ze zijn een soort productiemiddel, noodzakelijk dat ze er zijn, anders kan het schip niet varen. Ze worden bijna niet aangeraakt, je krijgt een hand van de kapitein als je aan boord komt en als je er af gaat weer een. En dat is het dan, ze zijn ver weg in de haven of op zee – onzichtbaar dus – en kunnen niet aangeraakt worden omdat wij niet door hen geraakt worden. Daarom zijn telefoon- en internetkaarten letterlijk van levensbelang voor hen, het betekent contact met het thuisfront.’’
Eenzaamheid
Helene ziet dat eenzaamheid een grote rol kan spelen als zeevarenden lang van huis zijn. ,,Ze zijn niet zielig, maar verkeren in een bepaalde situatie. Daarnaast hebben ze ook zorgen of het thuis wel goed gaat. Lang afwezig zijn heeft ook sociale consequenties, je kunt geen lid van een club worden, want je moet altijd weer weg. Eenzaamheid is overigens niet de enige reden dat mensen zich naar voelen. Problemen aan het thuisfront, pesten aan boord (of een slechte kok) kunnen daar ook aanleiding toe zijn.’’
,,De meeste zeevarenden uit lagelonenlanden varen omdat ze er geld mee kunnen verdienen. Dan is het soms erg moeilijk om gemotiveerd te blijven. Dat ligt anders voor west-Europeanen, die meestal varen omdat ze wíllen varen. Maar ook dat kan voor de familie moeilijk zijn. Ik durf wel te stellen dat lang varen – zes tot negen maanden, sommigen soms meer dan een jaar – niet goed is. Als ze al langer aan boord blijven doen ze dat voor het geld, ze willen hun kinderen een betere toekomst geven.’’
Karaoke
Omdat Helene dol op zingen is, doet ze aan karaoke. ,,Het is een leuke manier om met bepaalde groepen zeevarenden (Filipino’s, Chinezen, Engelsen) op een andere manier in contact te komen. Als ik een liedje in het Tagalog zing – wat ik dus ook echt leuk vind om te doen – heb ik onmiddellijk een ander gesprek met een Filipino. Ze hebben niet allemaal liefde voor het varen. Ik ben op de hoogte van hoe zij leven en dat helpt om hun verhalen te kunnen begrijpen. Ik weet als kind van een marineman hoe het is als je vader lang afwezig is. Als ik dus meezing, kan ik meer contact maken, waardoor ze vrijmoediger worden en blijdschap of verdriet willen delen. Ze weten dat ik van de kerk ben, dus vertrouwen ze me.’’
Structuur
PKN, NZC en PKWR
Landelijk is er het netwerk van de Nederlandse Zeevarendencentrale (NZC). Als het gaat om de dagelijkse gang van zaken ‘brengt’ de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) haar pastores ‘onder’ bij deze NZC. (De lijnen zijn overigens kort – de secretaris van de NZC is ook vertegenwoordiger van de PKN binnen dat bestuurscollege).
In zowel Amsterdam als Rotterdam is er een ondersteunende commissie/stichting voor de respectievelijke pastores. Helene wordt ondersteund door het Protestants Koopvaardijwerk Rijnmond (PKWR). Dit is sinds een aantal jaren een stichting. Het PKWR is ook lid van de Nederlandse Zeevarendencentrale. (,,Dus ik zit daar als PKN-dominee in, maar ook als pastor vanuit de plaatselijke club, het PKWR.’’)
De NZC is een samenwerkingsorganisatie waar vertegenwoordigers van de Protestantse Kerk, de Nederlandse en Christelijke Gereformeerde Kerken, de Orthodoxe kerken in Nederland, de Remonstrantse Broederschap, diverse Evangelische Kerken en het Leger des Heils op tal van manieren samenwerken met centra voor zeevarenden (de zeemanshuizen). Tevens zet men zich in voor Nederlandse zeevarenden en hun families en worden mensen aan boord of thuis bezocht. Behalve kerken zijn de Vereniging Maritiem Gezinskontakt (familie en partners van Nederlandse zeevarenden), Stichting Koopvaardijpersoneel ’40 – ’45, het Comité Kerstfeest op Zee, het Diaconaal Havenproject Rotterdam, Stichting Het Havenlicht en het Weduwe van der Schalkfonds vertegenwoordigd bij de NZC.
Verder maken International Seafarers’ Center The Bridge in Oostvoorne, The Flying Angel (Mission to Seafarers) in Vlissingen, Zeemanshuis Eemshaven, Zeemanshuis Terneuzen en in iets mindere mate Amsterdam deel uit van de NZC.
De Nederlandse Zeevarendencentrale is aangesloten bij de ICMA (International Christian Maritime Association). De zeevaartwereld is een mondiale wereld; goede contacten wereldwijd zijn noodzakelijk.
Personalia
Helene Perfors
Helene Perfors (2 februari 1965) werd geboren op de marinebasis Den Helder. Ze studeerde theologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en werd in 1995 gereformeerd predikant van de gemeente Wormer-Knollendam.
In 2001 werd Helene in de Protestantse Gemeente Oostvoorne als koopvaardijkpredikant bevestigd. Zij is dus predikant met een bijzondere opdracht en geestelijk verzorger van de koopvaardij Rijnmond. Als zodanig is zij ook lid van de Classicale Vergadering van de classis Delta. Oostvoorne viel tot 2018 onder de classis Brielle en tegenwoordig onder de classis Delta. Het havengebied heet dan wel ‘Rotterdam’, het kerkelijke en sociale gebeuren speelt zich af op de Zuid-Hollandse eilanden en in Zeeland.