Ruimte voor roeping
(overdenking nieuwsbrief juni 2024)
door Delta-classispredikant ds Arie van der Maas
‘Hoe gaat het nu eigenlijk met je?’ een vraag die ik in deze tijd best vaak gesteld krijg. Zo aan het eind van een overleg op de drempel van zaal of huis, bij het lopen naar de auto, of juist bij het inleidende praatje.
Oprechte belangstelling hoe ik na mijn ‘time-out’ van afgelopen najaar weer hersteld ben en weer aan het werk.
‘Hoe gaat het nu eigenlijk met je?’ Een belangrijke vraag die we te midden van het vele waar we mee bezig zijn in het leven en in de kerk, misschien wel eens te weinig aan elkaar stellen. Ook ik. Te weinig. Juist in de kerk waar het toch de plek bij uitstek is om wél werkelijk oog en hart voor elkaar te hebben.
In mijn antwoord op de gestelde vraag kan ik inmiddels royaal aangeven dat het goed gaat. Dat het aantal maanden rust, reflectie en verdieping me werkelijk goed heeft gedaan. Dat ik me – zoals je dat tegenwoordig zegt – weer in mijn kracht voel. Te midden van het vele, zowel kwantitatief als kwalitatief, wat het werken in de kerk zwaar maakt, heb ik ruimte gezocht en ontvangen om de weg te vervolgen. Ruimte om dat waartoe ik geroepen ben en me geroepen weet, te doen. Met weer meer oog voor en verbinding met de rijke inhoud van Bijbel, theologie en cultuur en in waardedevolle collegialiteit met anderen in de brede ruimte van de kerk. Lokaal en classicaal, maar ook landelijk in dienstenorganisatie en synode. Ruimte om te leven en te werken, ruimte voor roeping.
Ruimte voor roeping
Ruimte voor roeping, ik ben scherper gaan zien dat het daar ook om gaat voor het kerk-zijn in de komende jaren. Voor de gemeenten en andere kerkplekken, in al haar diversiteit, voor mensen die zich in en voor de kerk inzetten. Voor de kerk in haar geheel ook, met structuren en tal van gremia, regels en protocollen. Veel tijd en energie is en wordt er besteed aan de mogelijke of (zo lijkt het soms wel) onmogelijke toekomst van de kerk. En dan gaat het vaak over heel veel dingen. Over geld, over samenwerkingsvormen, over kleur en smaak, over aantallen, soms zelfs over marketingstrategieën.
Steeds meer raak ik er zelf van doordrongen dat we het wat minder over de vormen van het kerk-zijn en meer over de inhoud moeten gaan hebben. Sowieso minder over de kerk, over de ‘behuizing’ maar meer over God en over Jezus. Over het Woord dat God ooit is gaan spreken en nog altijd spreekt. En het dan ook aandurven om voor het spreken over God, om voor de theologie een nieuw taalveld te ontwikkelen. Werkelijk vernieuwende theologie, meer in rapport met de mens, de wetenschap, de cultuur van vandaag en morgen. Daar zijn geen pasklare oplossingen voor. Dat is wel in gezamenlijkheid, met openheid en nieuwsgierigheid naar verschillende perspectieven zoeken naar de weg die de Eeuwige God zelf al aan het gaan is. Want wij zullen de kerk van de toekomst niet maken. En wij zullen zeker het Koninkrijk niet maken. Wel kunnen we met een ontvankelijke, opmerkzame houding ruimte maken en een weg banen in de woestijn voor Hem die komt. Ook door tijdig te snoeien en het werk van de snoeiende Wijngaardenier te aanvaarden. Hoe pijnlijk dat soms ook is. En de ogen te laten openen om te zien waar Hij al gaat en (her)scheppend bezig is, als Levende voor ons uit.
Eerder noemde ik een aantal auteurs die naar mijn gevoel in deze tijd belangrijke bijdragen leveren aan wat nu theologisch van belang is. Zie onder andere de impressie van de classicale vergadering in februari (KLIK HIER) Ik wil er nu nog één aan toevoegen. Onlangs verscheen een handzaam, goed leesbaar boekje van Andrew Root & Blair Bertrand, Wachten op God. Ik beveel het van harte aan. KLIK HIER
Als we ons in kerk en gemeente weer meer bezig gaan houden met de inhoud, met onze roeping in plaats van met ons kerkelijk leven en overleven, dan geloof ik zeker en vast dat er toekomst is voor de kerk, voor de inhoud van de kerk, voor het Woord, in welke vorm dan ook. Zoek eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid (zoek het, ga op zoek, binnen en vooral ook buiten de kerk) dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden (Mattheus 6: 31)
Ruimte voor Woord en Geest
Ruimte voor roeping klinkt op een wat andere manier ook door in ‘Ruimte voor Woord en Geest’, het eindrapport ambt waaraan ik in de afgelopen maanden met een aantal anderen een bijdrage heb mogen leveren en dat op 21 juni in de generale synode wordt behandeld. (KLIK HIER voor het rapport of klik op het plaatje) Inmiddels zijn we in de kerk alweer bijna drie jaar onderweg op een traject om de huidige ambtelijke structuur van werkers in de kerk (met name predikanten, kerkelijk werkers en pioniers) te herzien in het licht van vele veranderingen in kerk en samenleving en in blijvende verbinding met Bijbel en traditie.
Ik schrijf drie jaar maar toen ik van 2004 – 2007 zelf in de generale synode zat waren er ook al rapporten en voorstellen die poogden stappen te zetten om verbeterd recht te doen aan dat wat nodig en mogelijk is vanuit het perspectief van de kerk en vanuit het perspectief van de werkers in de kerk. Een langslepende zaak. Uiteindelijk ligt er nu een voorstel dat niet in alle opzichten en in ieders ogen ideaal is, maar dat wel – daar ben ik van overtuigd – zoveel mogelijk recht doet aan tal van belangen en perspectieven die op dit terrein aan de orde zijn. En aan de complexiteit ervan. Want het één hangt nauw samen met het ander. Als je aan het ene touwtje trekt komt ook een ander in beweging. Het gaat om wat er nodig is in de gemeenten in verschillende contexten, het gaat om opleidingsniveaus, functie- en competentieprofielen, zij-instromers met eerder verworven competenties, belangen van universiteiten en hogescholen, om verschillende beloningsschalen en een gerechtvaardigde basis daarvoor, maar ook om betaalbaarheid voor gemeenten, ook de kleinere, het gaat om goed werkgeverschap, geschiktheid en nog veel meer…. Maar door heel deze complexiteit heen gaat het om Ruimte voor Woord en Geest, Ruimte voor roeping.
Psalm 25
Ik wil dit keer afsluiten met het ‘vooraf’ uit dit rapport Ruimte voor Woord en Geest dat inzet met woorden uit Psalm 25. Vanwege het belang van dit rapport en deze besluitvorming, maar ook vanwege de diepere en bredere inhoud die wat mij betreft sterk overeenkomt met dat wat ik bedoel met Ruimte voor roeping. Ik spreek hierbij de hoop uit dat de generale synode op 21 juni tot positieve besluitvorming kan komen van dit al lang slepende proces en we over kunnen gaan naar een – ongetwijfeld opnieuw zoekend en overleggend – uitvoeren en invoeren van hetgeen nu wordt voorgesteld. Dit zal nog veel inzet vragen van velen.
Ds Arie van der Maas, classispredikant
KLIK HIER om de hele nieuwsbrief classis Delta juni 2024 te downloaden
Vooraf uit rapport
Ruimte voor Woord en Geest
‘Here, maak mij uwe wegen door uw Woord en Geest bekend’, zingt Psalm 25 in de berijmde verzie (Liedboek, Zingen en bidden in huis en kerk, 2013). De gelovige en de kerk als geheel zoeken naar Gods wegen in de tijd, luisterend naar het Woord en ontvankelijk voor
wat de Geest laat zien.
Kerkelijk werkers, pastores en predikanten gaan de gemeente voor in deze zoektocht. Met de voorstellen in dit rapport wordt een poging gedaan om nieuw perspectief te bieden aan deze werkers. Zodat er meer ruimte komt voor de diversiteit van mensen die de kerk willen dienen vanuit hun roeping, met hun inzet en capaciteiten.
Uiteraard is de positie van werkers in de kerk maar een van de vele vragen waar de Protestantse Kerk mee te maken heeft. Dit rapport is een stapje in een breder proces van nadenken over – en zoeken naar – kerk-zijn in de samenleving van vandaag.
Gelovige mensen, gemeenteleden, voorgangers en andere werkers in de kerk staan gezamenlijk in de dienst van de Missio Dei, Gods zending in deze wereld, in Jezus Christus. De kerk bidt dat meer mensen zich geraakt zullen weten door het evangelie en betrokken willen zijn bij een levende kerk, met ruimte voor Woord en Geest.