Wie geraakt wordt door het licht straalt het vanzelf door
(overdenking van classispredikant Corine van Eck in de nieuwsbrief van december 2025)
‘Het volk dat in donkerheid wandelt ziet een groot licht; over hen die wonen in een land van diepe duisternis, straalt een licht.’ Jesaja 9:1
Sommige ervaringen nestelen zich ongemerkt in je leven en blijken later iets over geloven te zeggen. Voor mij is dat een lange, donkere tunnel, ruw uitgehakt in de Zwitserse bergen. Met mijn gezin ben ik er al een aantal keren doorheen gewandeld. Aan de ingang voelt het altijd even spannend: achter je ligt het heldere daglicht, voor je zie je vooral donker. Toch loop je verder, omdat je weet dat er aan de andere kant een opening is en een uitzicht dat de moeite waard is.
Door kleine gaten in de rots vallen soms dunne stralen licht. Her en der kun je knoppen indrukken zodat lampen aangaan. Geen felle lampen, maar precies genoeg om je weg te vinden. Dat beeld blijft me raken. Licht dat niet alles oplost, maar wel helpt om verder te gaan.
Zo gaat het vaak ook in het ons leven. We beginnen in het licht van Gods liefde—Hij die zegt: Ik ben blij dat jij er bent. En ook aan het einde wacht dat licht weer—Ik blijf bij je, altijd. Maar tussen begin en einde lopen we door onze eigen tunnels: momenten waarin zorgen zwaar zijn, verlies pijn doet, plannen mislukken of je gewoon even de weg kwijt bent. Soms heeft dat met onszelf te maken, andere keren worden we erdoor overvallen. Dan tast je verder, zoekend naar richting, zonder een enkel lichtknopje te vinden.
Ogen naar beneden
Ik herinner me hoe onze kinderen de eerste keer die tunnel in liepen, met hun ogen naar beneden gericht. Wie zo kijkt, ziet eigenlijk niets meer, de grond niet, de voeten niet. Het voelt alsof je over een afgrond loopt, om bang van te worden. We zeiden steeds: kijk omhoog, richt je op het licht! Toen zei één van hen opeens: “Mam, jij geeft ook licht!” Zijn gezicht ving de lampstralen op en weerkaatste ze, waardoor het om hem heen lichter werd. Dat moment vergeet ik nooit: wie naar het licht kijkt, vangt er iets van op, en wie geraakt wordt, straalt het vanzelf door.
Het lukt niet altijd om het licht te vinden, hoe graag je ook wilt. Dan kan het gebeuren dat het licht jóu vindt. Door een luisterend oor, een bemoedigend woord, een gebed of een tekst die iets opent. Dan drukt iemand anders op een lichtknopje dat jij niet meer kon vinden en komt het licht naar jou toe.
Dat is precies de beweging van het evangelie. De profeet Jesaja zegt niet dat mensen het licht moeten opsporen, maar dat het volk dat in het donker loopt, een groot licht zíet. Het licht breekt door, komt naar ons toe. Met Kerst horen we opnieuw dat dit licht een naam en een gezicht heeft: het kind in de kribbe, Gods Woord dat vlees werd, Jezus Christus. Hij nodigt ons uit om ons op Zijn licht te richten, maar komt net zo goed bij ons wanneer dat niet meer lukt.
Dragers van licht
En zo mogen wij zelf kleine dragers van licht worden. Niet omdat wij zo stralend zijn, maar omdat Zijn licht op ons valt en door ons heen wil schijnen—naar elkaar toe, in onze gemeenten, in een wereld die vaak zoekend rondloopt.
Moge dat ook gebeuren in het nieuwe jaar dat voor ons ligt: dat Gods licht ons vindt, ons verwarmt en richting geeft, en dat wij het mogen doorgeven—in trouw, aandacht en liefde.
Laten we dit verlangen meenemen in de woorden van Lied 500:
Uit uw verborgenheid ontsteekt Gij licht op aarde,
Wilt Gij ons warmen met de gloed van uw genade.
Wij delen met elkaar het licht, het lied, de zegen;
Wij zijn uw kandelaar, wij gaan het donker tegen.
Ik wens u en jullie allen een gezegende Kersttijd en een warm, licht en hoopvol nieuw jaar toe.
ds Corine van Eck
DOWNLOAD HIER de complete nieuwsbrief december 2025
