Pelgrims trekken door Heilig Land van Walcheren
door Wim Staat
MIDDELBURG – Tegen 14. 00 uur is het deze zondagmiddag (9 oktober 2016) in het Stadsklooster Simpelhuys een komen en gaan van pelgrims. Agnes Goudswaard rekent af met de deelnemers die straks beginnen aan de eerste tocht van het nieuwe seizoen. De klok slaat twee wanneer haar echtgenoot Henk Goudswaard, pionier bij het Stadsklooster, de laatste instructies geeft aan de 51 mensen die deze dag meedoen. ,,Loop overal links, dat is het veiligst”.
Dan trekken de pelgrims weg in kleine groepjes. Het gaat langs de rooms katholieke en doopsgezinde kerk van Middelburg. Via het Noordbolwerk leidt de route langs de Koepoort de binnenstad uit. Dan volgt een parcours dat slingert langs het lieflijke Brigdamse padje en de Lelieëndaalsedreef. Dan komt al spoedig de molenromp van Sint Laurens in zicht. De wandelaars praten met elkaar en/of genieten in stilte. Het genot wordt extra luister bijgezet door de milde zon, die de lopers tijdens de hele tocht blijft verwarmen en belichten.
In de hervormde kerk van Sint Laurens wacht de koffie. Journalist Wim Staat verhaalt hier in zijn rol als ‘De verteller’ over het Heilig Land van Walcheren, waar kapel en kerk topografisch* een dominante rol spelen. Hij verhaalt ook over de naamgevers van Sint Agathakerke (Aagtekerke) en Sint Jan ten Heere en Sint Janskerke. Dat zijn respectievelijk Sint Agatha die een wrede marteldood stierf doordat zij een losbandige edelman afweer en Johannes de Doper die zijn hoofd verloor omdat dat uitstak boven het maaiveld van de intolerantie. Nog een heilige: Maria, vernoemd in Mariekerke en Vrouwenpolder. Staat gaat ook in op de naam Sint Laurens. Die herinnert aan de heilige Laurentius die, volgens het verhaal, in 258 de armen van Rome als ‘schatten van de kerk’ presenteerde aan de wrede keizer Vespasianus, die hem vervolgens ter dood bracht. Dat gebeurde door hem op een rad te verbranden, hetgeen terugkomt in het wapen van Sint Laurens.
Na onderzoek is duidelijk geworden dat er sprake was van een naamsverwisseling. Niet Sint Laurens, maar diens medediaken Vincentius van Zaragoza kwam zo aan zijn einde. Maar dat doet volgens Staat niets af aan de boodschap: de kerk is in het oude Rome de voedselbank van de armen. Het oude Romeinse rijk was verworden. Er was een kleine rijke bovenlaag en daaronder een hele grote onderlaag: de plebejers, of nog korter het plebs.
In een samenleving waarin een kleine groep zich zo verrijkt ten koste van anderen kan er zo maar gebrek ontstaan bij de minst draagkrachtigen. Dat was vroeger zo en is nu nog zo. Jezus nam het op voor de armen en wie hem volgt zal dat dus ook doen. Na deze korte vertelling volgt de lezing van de Bergrede met de Zaligsprekingen brengen de pelgrims elkaar de vredegroet.
Nella Boogaard, lid van de Hervormde gemeente van Sint Laurens, geeft een korte uitleg over de zeven tafels die langs de muren staan opgesteld. Die zijn gemaakt rond het PKN-jaarthema Deel je leven.
De pelgrims gaan nu fluks op pad voor het wandeltraject naar het einddoel: de Michaëlskerk in Grijpskerke. De tocht voert langs het Hof Popkensburg, waar eens het roemruchte gelijknamige kasteel stond. Langs veld en beemd gaand komt dan het einddoel inzicht. Eerst nog even langs het Catshof, ooit buitenhuis van de abt van de Middelburgse abdij en later verblijf van Jacob Cats.
In de Michaëlskerk staat een eeuwenoude diaconiekist. Die vormt een bewijs voor de stelling dat de armenzorg een zaak van de kerk was en blijft.
Henk Goudwaard leidt de slotviering. We zingen ‘Bless the Lord, my soul’’ en ‘Als alles duister is’, zijn stil, horen het verhaal van de Verloren zoon en krijgen tenslotte nog huiswerk mee: Wie zou jij willen zijn van de spelers uit dit verhaal?
*Bedoeld worden de plaatsnamen Oostkapelle, Westkapelle, Aagtekerke, Boudewijkskerke, Grijpskerke, Koudekerke, Mariekerke, Meliskerke, Poppekerke, Sint Janskerke, Sint Jan ten Heere, Sint Laurens, Sint Joosland en Vrouwenpolder (O.L. Vrouwe van de Polder). Aagtekerke, Sint Janskerke, Sint Laurens , Sint Joosland, Mariekerke en Vrouwenpolder verwijzen naar heiligen. De overige betreffen adellijke stichters van dorpen. Dat laatste was in de Middeleeuwen alleen toegestaan als je ook een kerk liet bouwen.